Kortgedingrechter stelt Liga’s in het gelijk, de pandemiewet moet er liggen binnen de 30 dagen

31 maart 2021

Deze voormiddag, 31 maart 2021, gaf de kortgedingrecht van de Brusselse Rechtbank van Eerste Aanleg de Liga voor Mensenrechten en de Ligue des Droits Humains gelijk: de huidige coronamaatregelen hebben geen voldoende juridische basis.

Ter herinnering: beide Liga’s trokken eind februari naar de kortgedingrechter omwille van het ontbreken van een pandemiewet. Tot nu toe nam de Minister van Binnenlandse Zaken maatregelen die onze grondrechten inperken zonder voldoende wettelijke basis en zonder vooraf de Afdeling Wetgeving van de Raad van State te raadplegen. Deze langdurige illegale situatie stelden de Liga’s aan de kaak voor de kortgedingrechter. We vroegen een voldoende wettelijke basis.

De kortgedingrechter is de beide Liga’s gevolgd. De drie wetten die tot nu toe de basis moesten vormen voor de beslissingsmacht van de Minister van Binnenlandse Zaken – de wet op de civiele bescherming, de wet op de civiele veiligheid en de wet op het politieambt – waren enkel voldoende om snel te reageren in een acute crisis. Ze kunnen volgens de korgedingrechter evenwel niet gebruikt worden voor een crisis die nu al meer dan een jaar duurt. De algemene en langdurige wijze waarop de Minister van Binnenlandse Zaken maatregelen neemt die grondrechten inperken, vindt geen grond in die drie wetten. “De huidige manier van werken is dus niet voorzienbaar voor de burger en is bijgevolg in strijd met het legaliteitsprincipe”, legt Liga-voorzitter Kati Verstrepen uit.

De kortgedingrechter beveelt dan ook aan de Belgische staat om een wettelijke basis te voorzien en zo de bestaande, illegale situatie teniet te doen. Onze overheid moet dus voorzien in een pandemiewet, binnen de 30 kalenderdagen. Iedere dag te laat moet de staat een dwangsom van 5000€ betalen.

De Liga voor Mensenrechten en de Ligue des Droits Humains zijn opgelucht met deze uitspraak en hopen dat de parlementaire debatten over de pandemiewet verder opgenomen worden. Gelet op de beperkingen van de fundamentele vrijheden die zijn opgelegd om de Covid-19-pandemie te bestrijden, is een debat binnen het parlement namelijk van essentieel belang. Beperkingen op deze rechten en vrijheden zijn uiteraard mogelijk, maar gezien het belang van wat er op het spel staat en de noodzaak om het recht op leven en gezondheid van individuen te beschermen, moeten zij billijk en evenredig zijn. Zelfs in een gezondheids- of veiligheidscrisis moeten de beginselen van de rechtsstaat en de legaliteit gerespecteerd worden. Afgezien van de formele eisen die zij stellen, vormen deze beginselen de beste garantie voor de democratische legitimiteit van de genomen maatregelen en dus voor de steun van de bevolking.

Zoals wij tijdens onze tussenkomst in de hoorzittingen in de Kamer hebben aangegeven, lijkt het ons dat het huidig voorontwerp van pandemiewet dat momenteel wordt besproken niet aan deze eisen voldoet. Belangrijk daarbij is dat het voorontwerp voorziet in talrijke bevoegdheden die aan de regering worden verleend om fundamentele rechten en vrijheden te beperken. De uitspraak van de kortgedingrechter van vandaag lijkt onze bezorgdheid te bevestigen.

“Het staat daarbij ook buiten kijf dat de toekomstige pandemiewet niet enkel de huidige manier van werken in wet moet gieten, maar net verder moet denken en onze rechtstaat langdurig moet beschermen ook in tijden van crisis. Het zou goed zijn als de parlementsleden die dit voorontwerp moeten bespreken hiermee rekening zouden houden bij hun werkzaamheden”, concludeert nog Liga-voorzitter Verstrepen.

 

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.